Spanning zal de spanning niet verminderen
Spanning zal de spanning niet verminderen
Misschien herken je het wel. Je voelt stress in je lijf, je hoofd zit vol, je hebt het gevoel dat je áán staat. En wat doe je? Nog een tandje erbij. Even doorbijten. Nog meer nadenken, nog harder proberen om grip te krijgen. Want dan ... dan komt de rust.
Alleen werkt het zelden zo.
Denk eens aan iets dat je wilt pakken dat nét buiten je bereik ligt. Je reikt je arm uit, spant al je spieren aan … en toch lukt het niet. Pas wanneer je jezelf ontspant en je lichaam of geest wat ruimte geeft, kun je er ineens wél bij. Precies zo werkt het ook met innerlijke spanning. Juist door niet te forceren, en door juist spanning los te laten en te stoppen met ‘je best te doen’, lukt het vaak wel.
Waarom ontspannen wél werkt
Ons lichaam is niet ontworpen om altijd in de actiestand te staan. We hebben een ingenieus regelsysteem dat constant balans zoekt tussen actie en rust. Dat systeem heet het autonome zenuwstelsel en werkt grotendeels buiten onze bewuste controle.
Een belangrijk onderdeel hiervan is de nervus vagus, een zenuw die van je hersenen tot diep in je buik loopt en allerlei organen aanstuurt. Deze zenuw speelt een hoofdrol in het schakelen tussen stress (de sympathische stand) en ontspanning en herstel (de parasympathische stand). Denk aan de nervus vagus als een soort snelweg tussen je lijf en je brein, met signalen die – verrassend genoeg – voor 80% van je lichaam naar je hoofd gaan, en slechts 20% andersom.
Dus als je wilt ontspannen, moet je niet alleen je hoofd aanspreken, maar vooral je lichaam.
Wat spanning doet met je zenuwstelsel
Deb Dana, expert in het toepassen van de polyvagaal theorie van Stephen Porges in de praktijk, beschrijft dat we grofweg drie toestanden kunnen herkennen in ons zenuwstelsel:
Veilig en verbonden (ventraal vagale toestand)
Je voelt je rustig, sociaal, aanwezig. Je kunt goed nadenken, communiceren en afstemmen.Actie en overleving (sympathische toestand)
Je lichaam staat ‘aan’: klaar om te vechten of te vluchten. Handig en nodig bij acute dreiging, maar funest als het continu aanhoudt.Shutdown of terugtrekking (dorsale vagale toestand)
Als het je allemaal te veel wordt, trek je je terug. Je voelt je leeg, verdoofd of afgesneden van jezelf en de wereld.
Wanneer je in stressvolle situaties blijft hangen, kan je zenuwstelsel vast blijven zitten in die overlevingsstand. Dan probeer je nog harder. Je denkt dat je de controle terugkrijgt, maar je komt er juist verder van af te staan.
Wat dan wel?
Ontspanning is geen luxe, het is essentieel. Niet vanuit luiheid, maar als strategie. Door op adem te komen, letterlijk, geef je je zenuwstelsel het signaal: het is veilig. Je hoeft niet te vechten of vluchten. Je hoeft even niets op te lossen.
Rustig ademen, bewegen of gewoon even stilzitten helpt je schakelen naar een staat van herstel. In die staat kun je weer helder denken, voelen en handelen. Herstel verloopt daarbij vaak via het sympathische zenuwstelsel, dat actie en beweging mogelijk maakt. Niet vanuit frustratie of controle, maar vanuit bewuste activatie. Pas dan komt de oplossing vaak vanzelf of kun je beter verdragen dat die er nog even niet is.
💡 Belangrijk om te weten is dat sympathische activatie niet wordt aangedreven door paniek of geforceerde controle, maar door gerichte, constructieve actie of andere zelfregulatie-tools. Dit helpt het lichaam veilig op te schakelen richting herstel en balans.
In sport, werk én het dagelijks leven
Deze balans tussen spanning en ontspanning geldt niet alleen tijdens het sporten of een belangrijke werkpresentatie. Ook in de dagelijkse hectiek van het gezinsleven speelt het een grote rol.
Stel je voor: je kind luistert niet. Je voelt irritatie opborrelen. Je ademt sneller, je spieren spannen zich aan en voor je het weet snauw je iets naar je kind wat je eigenlijk niet wilde zeggen. Achteraf voel je je rot. Je wilde de situatie beheersen, maar verloor juist de verbinding.
Wat als je op dat moment even zou pauzeren? Eén diepe ademhaling, een seconde om terug te keren naar jezelf. Niet om passief te zijn, maar om weer vanuit verbinding en rust te reageren. Dan ontstaat er ruimte voor écht contact. Voor dieper begrip. Voor verandering.
Spanning loslaten vraagt dus geen kracht, maar zachtheid
Een andere manier van kijken. En vooral: een andere manier van ademen.